Slechts 1 op 10 ouders vraagt extra kinderbijslag aan

 

06/02/2018

 

Extern persartikel

 


Ouders van kind met handicap hebben recht op extra kinderbijslag, maar slechts 1 op de 10 vraagt het aan
 



Zeker één op de tien Vlaamse ouders met een of meerdere kinderen met een handicap, krijgen geen extra toeslag op de kinderbijslag terwijl ze er nochtans wel recht op hebben. Dat is de conclusie van een onderzoek van de Universiteit Antwerpen en het Centrum voor Sociaal Beleid (CSB). Reden? Ouders vragen het niet aan, omdat ze onterecht vermoeden dat ze er geen recht op hebben, of ze haken af door de lange wachttijden en complexe procedure.

 

Gezinnen met een of meerdere kinderen met een handicap, hebben voor de kinderen jonger dan 21 recht op een extra toeslag op de kinderbijslag, die voorlopig nog federaal word uitbetaald. Maandelijks gaat het om een bedrag van 80 tot zelfs meer dan 500 euro, afhankelijk van de zwaarte van de aandoening. Een arts van de FOD Sociale Zekerheid bepaalt of het gezin recht heeft op de toeslag, en schaalt de handicap in zodat ook het bedrag bepaald kan worden. In totaal krijgen de ouders van ongeveer 2,3 procent van alle kinderen in ons land zo een toeslag.

 

Ook in Vlaanderen krijgen gezinnen met kinderen met een handicap een extra bedrag. Daar gaat het om een financieel ruggensteuntje voor onder meer aanpassingen aan de woning, of de aankoop van een rolwagen. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) is verantwoordelijk voor de erkenning.

 

 

Rolwagen

Van alle Vlaamse kinderen die een toeslag krijgen - federaal of Vlaams - krijgt een op de vijf die enkel op Vlaams niveau. Dat betekent dat hun ouders de extra kinderbijslag mislopen, en enkel financiële hulp krijgen als ze bijvoorbeeld een rolwagen moeten aanschaffen. Onderzoekers van de UA en het CSB schatten dat zeker 10 tot 19 procent van hen wel recht had op federaal geld, maar dat niet aanvroeg of afhaakte in de loop van het proces.

 

Vooral kinderen met aandoeningen die je niet meteen ziet, zijn oververtegenwoordigd in die groep van 10 tot 19 procent. In één op drie gevallen gaat het om kinderen met een autismespectrumstoornis, bij nog eens één op de drie zijn het kinderen met andere psychologische of intellectuele problemen. Dat komt omdat ouders niet altijd weten dat ook zij recht hebben op extra kinderbijslag, omdat ze daar niet genoeg informatie over krijgen op school of bij de dokter.

 

 

Complex

Ook het vaak complexe proces schrikt veel ouders af. Ze moeten uitgebreide en vaak ingewikkelde vragenlijsten invullen, alle nodige medische gegevens opzoeken en voor een bepaalde deadline opsturen en naar de arts gaan met het kind. Bovendien moet dit voor veel handicaps op geregelde tijdstippen opnieuw gebeuren, vaak op de leeftijden van 6, 12 en 18 jaar. Veel ouders - vaak mensen in een sociaal kwetsbare situatie - haken dan af, klinkt het.

 

De onderzoekers ondervroegen daarnaast een aantal experten en ervaringsdeskundigen over het thema. Ook zij bevestigen - anoniem - dat een en ander schort aan de procedure.

 

 

Kastje naar de muur

Een aantal van hen had het gevoel van het kastje naar de muur gestuurd te worden en stelde dat de vragenlijsten vaak niet duidelijk genoeg zijn. Zo is er een vraag over of het kind zich onafhankelijk kan wassen, maar is niet duidelijk of je daar ook bij moet vermelden dat het kind incontinent is. Dat is nochtans wel een belangrijk element om te bepalen hoe zwaar de handicap is, en heeft dus ook grote invloed op de grootte van de maandelijkse toeslag, zegt een van hen.

 

Verder krijgen ouders, vooral die van kinderen met een autismespectrumstoornis, gewoon te weinig informatie over de toeslagen. Volgens één respondent is dat een groep kinderen van wie de ouders gewoon helemaal niet actief gezegd wordt dat ze recht hebben op een toeslag.

 

Tot slot ligt het probleem soms ook bij de artsen. Twee ervaringsdeskundigen lieten de onderzoekers weten dat dokters de ouders soms bewust niet al te veel informeren, omdat een aanvraag ook voor hen extra werk betekent zonder dat ze daarvoor zelf meer betaald worden.

 

 

Bron: Gazet van Antwerpen

 

 

Labels